|
![]() |
Ze is tamelijk klein van stuk en je vraagt je af hoe ze een reusachtig orgel in bedwang kan houden, hoe ze zo'n geweldig apparaat van slangen, pijpen en blaasbalgen, toetsen en registers naar haar handen zet. Niets is onmogelijk voor Marie-Claire Alain. Ze beheerst evenzogoed een sobere canon of een gekompliceerde fuga uit het barok-repertoire, als een zwaar-sonore symfonie uit de romantische orgelliteratuur. We
hebben afgesproken om 11 uur in het Haarlemse hotel "Le lion d'or".
In de lounge speelt zacht middle-of-the-road-muziek uit het plafond, jazzy,
à la Oscar Peterson. Ze komt samen met haar man, ooit werkend in
het verzekeringswezen, die al sinds jaren haar manager is. Of ze iets
willen drinken. Nee, toch maar niet, ze hebben net ontbeten. Marie-Claire
heeft veel te doen tijdens de 3 dagen dat ze de traditionele Haarlemse
Orgelmaand bezoekt. Maar voor een gesprek neemt ze de tijd.
RAB: Ik heb in de catalogi gezocht en ik vond dat uw eerste plaat een opname was uit 1958. Is dat juist? MCA:
Oh, dat was al veel eerder, in '54. In 1958 was het de eerste stereofonische
grammofoonplaat. RAB: Die plaat uit '58 werd in de Verenigde Staten uitgebracht door de Haydn Society. Die uit 1954 ook? |
||
![]() ![]() |
RAB: Heeft u Helmut Walcha gekend? MCA:
Niet persoonlijk. Ik heb veel naar zijn platen, die ik erg bewonderde,
geluisterd. RAB:
In de jaren vijftig was hij het... MCA:
Op de platenmarkt was hij het die het meest bewonderd werd. RAB:
En Jeanne Demessieux? MCA:
Die heb ik goed gekend. Ik heb haar hier zelfs in Haarlem ontmoet. Het
eerste jaar dat ik hier in Haarlem les kwam geven. RAB: U bent hier in het kader van "de orgelmaand". |
||
Het
magnifique Müller orgel van de Grote of |
RAB: Men heeft het vaak over "le nouveau style" in de interpretaties van de muziek uit de Barok. U heeft twee maal het complete oeuvre van Bach opgenomen... MCA:
Ja, zelfs drie keer. Eigenlijk niet helemaal drie keer. Ik heb recent
nog andere platen gemaakt, want de muzikale interpetatie is een voortdurende
evolutie. U vraagt juist over "de nieuwe stijl". Hier in Haarlem
zijn we begonnen om die problemen van de uitvoering uit te werken. Veel
organisten hebben altijd deel van die beweging uitgemaakt - op afstand
of van dichtbij. En voor mij is het een aanzet om mijn manier van spelen
te vernieuwen; ik heb me altijd geinformeerd zonder me helemaal in die
beweging te verliezen. Dat was voor mij belangrijk. RAB:
U speelt nu Bach totaal anders dan... MCA:
...dan in de jaren '50 en '60. RAB:
Is dat voor u een groot verschil? MAC:
Ja, alles moest veranderd worden. Niet alleen de vingerzetting, maar zelfs
de manier waarop je je hand houdt. Dat is moeilijk als je al uitvoerend
kunstenaar bent. RAB:
U was gewend aan de gangbare manier van spelen. MCA:
Ik was er aan gewend, maar ik was het niet altijd eens met wat ons geleerd
werd. Voor mij is het niet moeilijk geweest om naar nieuwe wegen te zoeken.
Ik voelde de noodzaak er van aan, ik had behoefte aan verandering. RAB:
Denkt u niet dat het de interpretatie kan beperken? MCA:
Helemaal niet, integendeel, het geeft veel meer gemak wanneer je de moeilijkheden
van de vingerzetting - de zogenaamde moeilijkheid - meester bent geworden.
De muziek is in die vingerzetting geschreven. En veel passages die ons
eerst moeilijk voorkwamen werden nu heel gemakkelijk. Ik, die de twee
manieren van spelen ken, hou vol dat de nieuwe manier veel meer gemak
geeft. Veel mensen hebben er veel moeite voor moeten doen. Maar als je
het beheerst, dan is die nieuwe manier veel gemakkelijker. RAB:
Kan daardoor ook de ritmische beweging veranderen? MCA:
De franse muziek werd altijd al met een ander ritme gespeeld. En voor
ons Fransen krijgt de ritmiek nu diezelfde souplesse, die een zekere vrijheid
inhoudt ten aanzien van de partituur. RAB:
Heeft u contacten met musici als Nikolaus Harnoncourt - de bekende vernieuwer
- en Ton Koopman? MCA:
Harnoncourt ken ik niet persoonlijk. Ik heb vaak naar zijn uitvoeringen
geluisterd. Ton Koopman ken ik natuurlijk wél persoonlijk. We nemen
alle twee voor Erato op en we hebben een plaat gemaakt met werk van Francis
Poulenc. Hij heeft het clavecimbelconcert gespeeld en ik het Concert voor
Orgel, Strijkers en Pauken. RAB:
Houdt u veel van Poulenc? In het begin dacht ik dat u altijd voor de barok
tout court was. MCA:
Nee, niet alleen maar de barok. Ik interesseer me ook voor de 19e eeuw.
En de eerste helft van de 20e eeuw. RAB:
Wat is het modernste wat u speelt? MCA: Oh, ik hou op bij 1950 en ik heb indertijd werken op het repertoire genomen waarvoor ik jammergenoeg niet meer de gelegenheid heb om ze uit te voeren. Eigenlijk moet je als je hedendaagse muziek wilt uitvoeren specialist zijn. Ik heb de tijd niet om me op dat gebied te specialiseren. RAB:
Terugkomend op Bach. U heeft zoveel jaren met hem geleefd. MCA:
Jazeker. RAB:
U bent weliswaar getrouwd, maar toch... |
||
Het complete oeuvre voor orgel van J.S. Bach werd uitgegeven op 25 Lp's in prachtige cassette, aangevuld met een interview en een introductie op een extra Lp. Marie Claire Alain overhandigt de box met 24 LP's aan Prins Henrik van Denemarken. |
MCA:
...laten we zeggen dat het een gesublimeerde liefde is. RAB:
Wat bevalt u aan hem? MCA:
Het evenwicht, het totaal meester zijn van de konstruktie en van het instrument.
Bach heeft de mooiste muziek geschreven voor orgel voor wat betreft de
intellectuele, mechanische en geestelijke aspecten. En er is een wondermooie
geestelijke kant. RAB:
En dat is de emotie? MCA:
Dat is de emotie. RAB:
Wat bevalt u niet aan hem? Is hij wel eens streng? MCA: Hij is soms hard, ja, en soms heeft hij een neiging om te lang te zijn, en soms een tendens te theoretisch te zijn. In de laatste werken zijn er stukken die wat moeilijk zijn voor de toehoorder. Hij is dan ver van ons verwijderd, zijn geest heeft dan een zodanige virtuositeit die wel eens aan ons voorbijgaat. Maar als je in staat bent om dat te volgen is het prachtig. Hij heeft zoals alle komponisten werk geschreven dat heel goed is en werk dat een beetje minder goed is. Maar ondanks alles is het minder goede van Bach altijd nog beter dan het beste van veel andere komponisten.
MCA:
Van zijn hele oeuvre? Luister, de grote werken vanzelfsprekend, ik heb
een speciale voorliefde voor de Fantasie en Fuga in G, voor de Grote Prelude
in E, voor dé Fuga, en ik heb ook een zwak voor de Trio Sonates.
Die stonden op mijn eerste populaire plaat waarvan er honderduizenden
verkocht zijn - ik vind dat ik een affiniteit met de trio's heb om ze
te spelen - dat was de eerste plaat van mijn integrale Bach. RAB: Maar u houdt ook van Buxtehude. MCA:
Jazeker! RAB:
Binnenkort verschijnen er twee CD's... MCA: In Frankrijk zijn die al uitgebracht. Ik heb op een heel mooi orgel in Groningen gespeeld; ik probeer het juist uit te spreken. |
||
|
MCA: Nee, niet zo veel, maar het is toch wel een omvangrijk oeuvre... en dat veel over de jeugd van Bach verklaart. Hij heeft in ieder geval een grote invloed op Bach gehad. En Buxtehude is muziek waarbij je je alle vrijheden kunt veroorloven die je bij Bach je niet kunt permitteren. Want Buxtehude is een improvisator, hij fantaseert. En het is muziek om je te vermaken. RAB:
Bent u van plan het hele oeuvre van Buxtehude op te nemen? MCA:
Nee, ik heb het al eens helemaal opgenomen in 1968/9. Maar nu heb ik werken
uitgezocht die ik het mooiste vindt. Dat voorrecht had ik. Voor mij is
dat momenteel genoeg. RAB:
Een andere grote improvisator is César Franck. Is hij ook een favoriet
van u?
|
||
Het
prachtige en indrukwekkende, door |
MCA: Die speel ik graag onder bepaalde voorwaarden. Het is duidelijk dat zijn improvisatie veel meer gecontroleerd is. Maar Franck heeft een stijl die toch typisch Frans is en die ik als vanzelf aanvoel. RAB: Hoe heeft u in uw jeugd het orgel leren kennen? MCA: Voor mij kwam het door de familieomstandigheden. Ik heb het orgel niet gekozen. Ik ben geboren in een familie van muzikanten. RAB:
Was er niet een moment waarop u met het orgel kennismaakte en u tegen
uzelf zei: "Dat is het instrument wat ik wil gaan bespelen?" MCA:
Omdat iedereen bij ons thuis orgel speelde vond ik het eerst saai om ook
organist te worden. En ik wilde iets anders gaan doen. Maar dat heeft
me altijd weer naar het orgel gevoerd. RAB:
U moet Holland wel goed kennen. Er zijn hier veel orgels, niet? MCA:
Ja, die zijn er en ik ben een groot aantal jaren hier gekomen - al bijna
dertig jaar, nee het is precies dertig jaar - en ik ben vaak in Haarlem
geweest. RAB:
Zijn er orgels waarvan u denkt: Ah, die zijn speciaal voor mij gemaakt? MCA:
Er zijn veel mooie orgels. Het orgel van de St. Laurenskerk in Alkmaar
heb ik nog niet gezien sinds de restauratie. Maar ik zou er graag heengaan.
Ja, en het orgel van Groningen is erg muzikaal. Er zijn er zo veel. Nederland
is erg rijk aan mooie orgels. RAB:
En Denemarken toch ook, nietwaar? MCA:
Vooral in de jaren zestig werden veel orgels gerestaureerd. Maar Holland
heeft veel moeite gedaan en is nu veel rijker geworden. RAB:
Uw producer/opnametechnicus is Yolanta Skura. Heeft u altijd met haar
samengewerkt? MCA:
Nee, Ik werk met haar sinds 1978. Voordien was het een Deen, Peter Willemoës. RAB:
Is er tussen die twee ook een verschillende manier van opnemen? MCA: Ja, want de mode is ook veranderd. In de jaren zestig maakten we opnamen die veel presentie hadden, een beetje agressief waren. En men geeft dat ook toe. En nu maakt men opnamen die veel "zachter" zijn en die van een grotere afstand gemaakt worden om de natuurlijke akoestiek van de kerk terug te vinden. We werken steeds met een stereo kunsthoofd. Het zijn opnamen die nooit getrukeerd zijn. En we zoeken soms wel uren lang naar de juiste positionering van het kunsthoofd - met de microfoons - om de beste klank van het orgel te hebben. Zo krijgen we een opname die volkomen natuurlijk is. RAB:
Als een proefopname wordt gemaakt en ook als de eigenlijke opname is gemaakt,
luistert u dan ook mee en u geeft uw mening? |
||
|
MCA:
Jazeker, ik geef mijn oordeel en zeg of ik er mijn orgel in terugvind,
ja of nee. RAB:
U zegt: mijn orgel. Maar als u speelt zit u op de orgelbank. Dat is een
andere plaats dan die van de microfoons. MCA:
Zeker. Maar na zoveel jaren heb ik natuurlijk geleerd hoe de verschillende
orgels klinken. Ook luister ik als anderen spelen. Je moet er op een of
andere manier rekening mee houden hoe je spel in de kerk klinkt. Soms
luister ik ook naar de banden om te weten hoe de verschillende manualen
klinken. RAB:
Wat is uw mening over de digitale opnamen? MCA:
Digitaal dat is heel mooi. Dat is het beste. De CD is voor het orgel veel
beter dan de vinylplaat. RAB:
Wat zijn uw plannen? MCA:
Er is nog een stel CD's die van mij uitkomen. Eén met werk van
Olivier Messiaen - La nativité du Seigneur en Le banquet céleste
- en nieuwe opnamen met Missen van François Couperin als vervolg
op mijn opnamen van 1962. Ze zijn al gemaakt en komen waarschijnlijk in
december of begin volgend jaar uit. Messiaen is een gigant op muziekgebied
en dit jaar wordt hij 80 jaar. Hij komponeert nog steeds en zijn muziek
is altijd levendig. Het is muziek die spreekt, die zingt, die veel geeft,
al is hij zelfs wel eens wat systematisch. Maar hij heeft een wonderbaarlijke
inspiratie. |
||
|
RAB:
Het heeft wat jaren geduurd voordat hij werkelijk bekend werd. MCA:
Dat is het lot van veel componisten. Maar nu hij zo oud is wordt hij echt
erkend als de grote franse componist die hij is. RAB:
Bespeelt u nog een ander instrument? MCA:
Ja, clavecimbel. RAB:
Maar dat is voor uw... MCA:
...dat is voor m'n plezier. RAB:
En als u het orgel niet gekozen had, had u dan een ander instrument genomen? MCA:
Nee, voor geen enkel ander instrument heb ik een affiniteit. RAB:
Houdt u van andere muziekuitingen, zoals jazz of... MCA:
Ja, van jazz wel. Ik houd niet van rock. RAB:
Is jazz voor u stemmingsmuziek? MCA:
Ik kan u geen titels noemen, maar goede jazz uit de jaren '20 en '30,
New Orleans, daarnaar luister ik met veel plezier. RAB:
En andere genres, zoals opera bijvoorbeeld? MCA:
Zeker. Ja... u vroeg me als ik niet voor orgel had gekozen, wat dan...
dan zou ik misschien zangeres zijn geworden. De zang is de mooiste menselijke
expressie. Het staat model voor alles. RAB:
Je vous remercie infiniment Madame. |
||
Nadat
ik bedankt heb voor het boeiende gesprek en voor de tijd die ze heeft vrijgemaakt,
geeft haar man me een recente foto en ik vraag haar of ze het goed vint
dat ik boven het artikel zet: "Notre Dame de l'orgue. Marie-Claire
Alain"...of dat wel kan. Ze lacht alsof ze onverwacht een onderscheiding opgespeld krijgt. Ze is niet alleen een groot organiste, onze lieve vrouwe van het orgel. Voetnoot. Transcriptie
van het originele interview in het Frans. Op 28 februari 2013 bereikte ons het bericht dat Marie-Claire Alain na een lang actief leven was gestorven op 26 februari 2013. Marie-Cl;aire Alain (10 August 1926 26 February 2013) |
Dit interview verscheen eerder in september 1988 in het tijdschritg AudiOpinie.
Klik voor een pagina over het tijdschrift op deze link: AudiOpinie.
Page first published on the web in July, 2007.
|
|