History: 25 Years CD Ortofon, Garrard, Decca, Tannoy The Sound of Tubes and Transistors
Your Desert Island Discs Lp Cleaning & DIY Cleaning Formula Elisabeth Lugt Soprano
Turntable & Cartridge Adjustment Marie-Claire Alain, Organist
The Universal Stabilizing Ring SACD: Upsampling & Noiseshaping Decca London Ribbon HF Loudspeaker
DIY: Turntable Weight/Clamp The Joy of Well Positioned Speakers
URSR: Review in HiFi World LP Lists Vintage Equipment
URSR: Picture Gallery The Long Playing Record Guide
The TD124 page The SP10 Page
Joachim Bung: Swiss Precision Stefano Pasini: German Perfection
Mengelberg's St. Matthew Passion Plinth for Technics SP-10 mk2 Record Shops in Amsterdam
Paris Jazz The Sound of The Turntable Mat Acoustic Revive R77 Generator
CLASSIQUE 777 Lp Record Covers The Treasure Trove How to Correct WARPED Records
Klaas A. Posthuma - Remembered Ernst Lumpe: Allegro-Royale Pseudonyms Nostalgia: Violinists on 7" 45 rpm
Steinway-Lyngdorf Model D Infinity KAPPA 7 A Loudspeaker Systems DIY - Draaitafelconstructie - in Dutch
The Turntable Mat - Page in Russian Ajuste de un giradiscos NOTES: The Belt Drive Turntable
Phono Cartridge-Headshell-Plinth Porgy and Bess Active Loudspeaker System
Phono Cartridge Optimizing Gold for Bernard Haitink Rabco SL-8E Tangential Tonearm
Mercury Living Presence Records HiFi Tunes: DAS KLASSIKERBUCH DIY:Tonearm Building
The Bullet Plug Violinist/Violist Paul Godwin The Remington Site
Mercury Recordings on Fontana CINERAMA and Trinaural microphone Placement Concert Hall - Musical Masterpiece Society
  Willem Mengelberg and his orchestra filmed in Epinay in 1931- Contemporary Records - Lester Koenig-
Soundfountain Audio and Music Bulletin logo
hobbyists's views for hobbyists
De Super Audio CD

 

CLICK HERE FOR ENGLISH VERSION + THE EFFECT OF DXD

Overwegingen en Persoonlijke Voorkeuren

DE COMPACT DISC
Philips ontwikkelde de basis van de huidige Compact Disc en Sony sloot zich in de laatste jaren van die onwikkeling aan toen Matshushita niet geinteresseerd bleek. Philips had een omzetter ontworpen met 14 bit quantisatie die met de gekozen samplingfrekwentie van 44.1 kHz. werkte. Sony drong er op aan dat de quantisatie met 16 bits zou plaatsvinden omdat er anders veel kritiek op het hoorbare resultaat zou komen, uiteraard met name van de audiofielen en de fervente muziekliefhebbers die aan het eind van de jaren 70 een fenomenale weergave van de analoge bronnen tot hun beschikking hadden:

  • een hoge resolutie over de hele audioband,
  • een uitgebreid frekwentiebereik,
  • een zeer goede transientweergave,
  • een goede dynamiek,
  • een extreem laag ruisniveau en
  • een minimale vervorming.


NOISESHAPING
Een quantisatie van 14 bits levert 16384 pulsen per seconde op (2¯14). Bij 16 bits is dat al 65536 pulsen (2¯16). Om aan het criterium van 16 bit te voldoen paste Philips o.a. de techniek van oversampling met noiseshaping toe waardoor met een 14 bit werkende decoder een theoretische dynamiek van 16 bit werd bereikt. Dat nam niet weg dat de noisehaping goed was te horen in de eerste Philips-spelers en dat met name de hoge frekwenties een niet gestoken signaal opleverden maar enigszins diffuus klonken. Later werd de werking van de noiseshapers verbeterd. Maar er bleef altijd verschil tussen een met noiseshaping behandelde datastroom en een niet met noiseshaping behandelde datastroom.

LOW BIT
De ontwikkeling van snellere processoren maakte het ontwerpen van zogenaamde low-bit converters mogelijk die aanvankelijk bedoeld waren voor de portable digitale apparatuur: spelers en kleine DAT-recorders. Ze waren praktischer omdat in die omzetters een preciese afregeling van de bits niet nodig was. De preciese multibit omzetters waarbij elke bit heel nauwkeurig geconstrueerd en afgeregeld is bleef de toon aangeven voor de stationaire CD-spelers en DAT-recorders in studio en huiskamer. Er zijn 2 vormen van low-bit conversiesystemen, dat van Matsushita en het systeem van Philips. Matshushita's conversie is gebaseerd op de zogenaamde Pulse Width Modulation.

PULSE DENSITY
Philips ontwikkelde een eigen conversie gebaseerd op de Pulse Density Modulation. Beide fabrikanten gingen de nieuwe omzetters ook toepassen in de machines voor thuis. De eerste spelers lieten meteen al de verbeterde sinusgolf zien bij zeer zachte signalen waar juist de multibit omzetters een geveltrapje lieten zien. De verbeterde sinusgolf was echter geen dunne, fijn gebogen lijn maar een dikke, enigszins wollige sinus die allerlei manipulatie en onzuiverheden deed vermoeden. Een noiseshaper is eigenlijk een filter dat niet met een al te steile helling mag werken, anders dringen er zijband modulaties in het signaal binnen. Omdat er oversampling wordt toegepast (256x) waardoor de frekwentie van 44.1 kHz. genegeerd wordt en een veel hoger frekwentiebereik gesuggereerd wordt, kan een niet steile filtering goed zijn werk doen en wordt het gebied tot 20.000 Hz. in tact gelaten: praktisch geen faseverschuiving. Een steile filtering die bij een multibit omzetter nodig is ontbreekt bij de low bit omzetters.

VERSCHILLEN
Er zijn opvallende verschillen tussen de preciese multibitter en de low bit omzetter. En ze zijn voor fijngevoelige oren ook hoorbaar. Wanneer geluisterd wordt naar een opname van een symfonieorkest of een ensemble via een multibitter, dan valt op dat er ruimte tussen de instrumentalisten is. Je kunt als het ware tussen de stoelen de podiumvloer nog zien. Denon, Accuphase en veel high-end merken als Mark Levinson en Theta, pasten multibit omzetting toe. De multibit omzetters moeten precies afgeregeld worden om de harmonische vervorming laag te houden en om een rechte frekwentiekarakteristiek te verkrijgen, zaken die verband houden met een accurate nuldoorgang. Dan gaat het om de zogenaamder MSB (Most Significant Bit). De mate van oversampling (4x, 16x, 32x, want ook de multibitters maken hier gebruik van) bepaalt de zuiverheid van het uiteindelijke signaal. Persoonlijk vind ik 8x oversamplen gehoormatig optimaal. Dan wordt de samplingfrekwentie naar 3.528 MHz. getransponeerd. 16x kan ook nog maar 32x en hogere oversampling geeft voor mij een hoorbaar kwaliteitsverschil.

MULTIBITTER EN MULTIBITTER
Luisterend naar een preciese multibitter laat bovendien "zien" dat de instrumentalisten voor, naast en achter elkaar zitten. Bij een multibitter die ook nog noiseshaping heeft (zoals bij Philips en Marantz) lijkt het echter alsof je slechts over de hoofden van de instrumentalisten kijkt. De ruimte tussen de musici is minder evident. Het is mij bovendien meerdere malen opgevallen, dat bij een low bit omzetting, bij weergave via fase reine luidsprekers, de musici gezeten in een halve cirkel laat "zien". Bovendien zijn attaques in de muziek die een sterke dynamiek hebben juist een gradatie in klank weeker. Door hoge oversampling in combinatie met de noiseshaping zijn de hoogste frekwenties vriendelijker, maar minder strak en "schoon". Het voordeel van deze opzet is wel dat door deze bewerking het trillen (ringing) van de filters minimaal is of geheel afwezig is, en dat een betere transient gesuggereerd wordt.

VERDERE ONTWIKKELING
Toen Pioneer Electronics in 1994 een Wide Band DAT-Recorder lanceerde met een sampling frekwentie van 96 kHz. en 16 bit quantisatie waren de technici van Philips meteen geinteresseerd in het apparaat en werd het na de persconferentie snel naar Eindhoven gebracht. De interesse was in de eerste plaats gewekt vanwege de betere resolutie die bereikt werd, maar ook vanwege het feit dat Pioneer twee Philips bitstream (1-bit) converters met 16 bit quantisatie en 48 kHz. samplingfrekwentie achter elkaar plaatste zodat de inzet van een preciese multibit omzetter, die voor zulk een hoge bitrate en frekwentie erg kostbaar is, vermeden kon worden. Met bitstream bleek dus meer mogelijk. Dank zij de ontwikkeling van supersnelle processoren kon bitstream verder ontwikkeld worden tot de Direct Stream Digital die aan de Super Audio CD ten grondslag ligt.

SUPER AUDIO CD
In Positive Feedback (Vol. 8, No. 2) wordt de digitale ontwerper Ed Meitner geinterviewd door Mike Pappas. Meitner was nauw betrokken bij de implementatie van de Super Audio CD. Meitner beticht de technici ervan dat ze in de tachtiger jaren niet goed geluisterd hebben daar ze zo door de techniek van de CD gegrepen waren dat ze er met enthousiasme mee aan de slag wilden en dat ze nu het bijzondere van de DSD niet zien. Voorts beweert Meitner dat "minder" altijd beter is dan "meer". Hij heeft het dan over de circuits en buffer-versterkers in de spelers die discreet opgebouwd dienen te zijn omdat opamps en andere IC's de grote energieën die uit de gigantische datastroom voortkomen niet aankunnen. Wie de complexiteit van de op elkaar volgende bewerkingen van het signaal nagaat die in de Super Audio CD plaatsvinden, ziet dat Meitner zichzelf tegenspreekt.

HIGH END
Om de DSD van de Super Audio CD te verdedigen zegt Meitner in het telefoongesprek met Pappas onder meer dat er zeer prijzige high-end DAC's zijn die ook low-bit omzetters gebruiken.

Ik vind dat dit nog geen argument om de multibitters af te wijzen. Integendeel. Het argument van de dure 1-bit DAC's (zoals die enkele jaren geleden door Threshold en Audio Research op de markt werden gebracht) is geen bewijs dat de 1-bit technologie beter is dan de bewerking van de datastroom door multibit omzetters. Ik heb ook de dure 1-bitters gehoord. Persoonlijk zweer ik bij de preciese multibit omzetting zoals die toegapst wordt door Denon, Accuphase, PS Audio en andere, high-end, fabrikanten. En persoonlijk zou ik aan een Super Audio CD de voorkeur hebben gegeven als het formaat op Puls Code Modulatie was gebaseerd maar dan met een hoge sampling frekwentie en een hoog aantal bits waarbij preciese multibit omzetting gebruikt zou kunnen worden. In de jaren tachtig had Mitshubishi al een digitale spoelenrecorder met een samplingfrekwentie van 96 kHz. en 32 bit omzetting. Dus het moet vandaag de dag mogelijk zijn.

Overigens: dat echter de Super Audio CD net als de Compact Disc een staaltje van vernuft is, betwijfelt niemand.

GIGANTISCH
De Super Audio CD bereikt door oversampling een conversie die met 2.8224 MHz. plaatsvindt, zo geeft de technische informatie aan. Dat betekent een verbeterde resolutie in vergelijking met de PCM formaten. Omdat het bij de SACD om DSD gaat en niet om PCM is het bereik niet de helft van 2.8224 MHz. maar ligt de grens tot boven de 100 kHz. (110.25 kHz.?).

DSD bitstream heeft nog 2 voordelen: een lage harmonische vervorming en een bijna perfecte lineariteit. Maar ook ten aanzien van deze twee aspecten staan de multibitters van de PCM-formaten hun mannetje. De vernuftige technologie van Accuphase bijvoorbeeld laat dat niet alleen in theorie duidelijk zien maar in werkelijkheid ook perfect horen: een karakteristiek die recht is binnen -/+ 0.3 dB.

De meeste producers en tecnici werken dagelijks in het domein van de popmuziek en zijn gewend aan digitale muziekinstrumenten. De enige ware referentie waarmee een conversietechniek getest kan worden zijn akoestische instrumenten. Wanneer bezocht u voor het laatst de concertzaal en luisterde naar een symfonieorkest? Klinkt de klankrijkdom van het live-concert door het symfonieorkest nog in uw oren na, dan weet u dat SACD uw oren om de tuin probeert te leiden.

R.A.B. September 2000

CLICK HERE FOR ENGLISH VERSION + THE EFFECT OF DXD

Home | Audio & Music Bulletin | 25 Years CD - Digital Audio Compact Disc |

DIY Tonearm |

The Universal Record Stabilizing Ring | Record Cleaning Service |

The Remington Site | Links | Webmaster | Ortofon/Decca/Tannoy Cartridges |

 

Audio&Music Bulletin - Rudolf A. Bruil, Editor - Copyright 1998-2007 by Rudolf A. Bruil and co-authors